De deuren zijn de twee planken die bedoeld zijn om het net open te houden. Zij worden aan de ene zijde op één punt aan het paard vastgemaakt met een touw van 8 m. Aan de andere zijde worden zij op 2 punten aan het net vastgemaakt met 2 touwen of stalen kabels die even lang zijn als de plank.
Terwijl het paard het net sleept, zorgt de kracht van het water tegen de schuine planken er voor dat zij opengaan en dat het net zich over zijn hele breedte opent.
Les portes: ce sont les deux planches qui servent à maintenir le filet grand ouvert. Elles sont, d'un côté et par un seul point d'ancrage, reliées au cheval par une corde longue de 8 m. De l'autre côté et par deux points d'ancrage, elles sont reliées au filet par 2 cordes ou filins d'acier qui ont la même longueur que celle de la planche.
Pendant que le cheval tracte le filet, la force de l'eau contre ces deux planches inclinées les oblige à s'écarter et à ouvrir le filet sur toute sa largeur.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire